Verslag groep 76 Oeganda
Bugiri, Oeganda
Groep 76: 12 t/m 16 oktober 2015
Door Anneke Dekkers
Ik kom midden in de nacht aan op vliegveld Entebbe. Mijn eerste kennismaking met Oeganda is heel vertrouwd: stromende regen. De chauffeur van ICU guesthouse, waar ik die nacht zal verblijven, staat me gelukkig op te wachten. Tijdens de rit naar Kampala vertelt hij me dat het de dag ervoor onafhankelijkheidsdag was. Voor de 53e keer. En dat betekent dat heel Oeganda in feeststemming is. ”We like party!” Langs de kant van de weg zien we ondertussen steeds bewijs van de ‘party´s’: aan weerszijden van de weg discolichten, flarden van muziek dringen de auto binnen. Mijn chauffeur rijdt gelukkig voorzichtig. Regen en dronken bestuurders vormen niet zo’n goede combinatie.
Om vier uur ‘s nachts kom ik aan in het ICU Guesthouse. Barbara, de manager, heet me welkom. Een kamer, eigen toilet, en een flesje water. Ik ben gelukkig.
Enthousiaste Lokale Projectcoördinator
Adams Tumisiime, mijn LPC, is de drijvende kracht achter Atefo. Een organisatie die zich ten doel stelt boeren te helpen meer omzet te maken met hun producten. Adams organiseert de Libretraining voor de eerste keer. Hij is enorm gemotiveerd om het een succes te laten worden.
Ik ontmoet hem de volgende dag als hij me komt ophalen om me naar Bugiri te brengen. Daar wordt de training gegeven. Hij straalt als hij me ziet. “Hi Enneki, at last we meet!” roept hij enthousiast uit. Hij schat in dat we een uurtje of twee en een half, drie nodig hebben om in Bugiri te komen. Adams is een enthousiaste, daadkrachtige man die goed kan organiseren. Helaas heeft hij weinig invloed op het verkeer in Kampala. Zes uur en een bekeuring later zijn we in mijn hotel in Bugiri. Hoe dan ook; we zijn er.
De volgende dag laat hij me de trainingsruimte zien en spreken we de praktische zaken door. Hij heeft mijn transport voor de week tussen het hotel en de trainingsruimte geregeld: ik mag achterop de bromfiets, de boda boda, het meest gebruikte transportmiddel voor kleinere afstanden. Ik geniet iedere keer van mijn ritje met mijn chauffeur Matthew.
De trainingsruimte valt mee en tegen. Mee omdat het een grote ruimte is met ventilatie (toegegeven: je hebt er wel elektriciteit voor nodig), en hoera, er is een flipover standaard. Maar het valt ook tegen, omdat de toiletten slecht te bereiken zijn en echte hangwc’s zijn.
Diversiteit in de groep
Maandagochtend, mijn eerste trainingsdag. Ik ben benieuwd naar mijn cursisten. Ik heb wel de voorbereidingsformulieren ontvangen met hun leerwensen, maar ja, ik wil natuurlijk de mensen zien.
Om negen uur zijn er acht van de 14 aanwezig. Niet slecht. Om kwart over negen zijn er negen van de 14. We beginnen. Na een uur blijken we compleet te zijn. Twee deelnemers doen niet mee. Eentje omdat hij een heel belangrijke vergadering had waar hij naar toe moest, van de ander is de reden duister.
In totaal zijn we met 12 deelnemers dus. Drie vrouwen en negen mannen. Op een na hebben alle deelnemers een leidinggevende positie in hun organisatie. Bij de voorstelronde blijkt dat we verschillende religies aan tafel hebben. Moslims en christenen. De moslims gaan prat op het feit dat ze meer vrouwen hebben. De christenen doen er het zwijgen toe. Gelukkig kennen de meesten elkaar en kunnen ze best wat van elkaar hebben. Het gebed aan het begin van de dag wordt eerlijk verdeeld tussen de christenen en de moslims.
Boerenbedrijf en gezondheidszorg
De deelnemers zijn leiders van verschillende ngo’s en lokale gemeenschapsorganisaties. De ene helft van de leiders houdt zich bezig met landbouw en het boerenbedrijf (boeren leren betere productietechnieken gebruiken, viskwekerijen professionaliseren, boeren leren economisch te denken en te handelen). De andere helft houdt zich bezig met gezondheid, educatie en veiligheid van jeugd en vrouwen. (opvang voor vrouwen met HIV-Aids en kanker, voorlichting, opvang weeskinderen, zelfstandig maken van vrouwen).
De deelnemers lijken qua niveau aardig aan elkaar gewaagd. De meesten hebben goede opleidingen. Heel fijn voor mij, omdat ze de cursusstof snel oppakken en die toe weten te passen op de eigen situatie. Alleen dat Engels…dat is toch lastig in het begin. Ik heb Engels in Nederland geleerd en zij in Oeganda. Het is niet altijd makkelijk elkaar te verstaan. Gelukkig is er altijd wel iemand die het wel verstaat en het opnieuw en voor iedereen begrijpelijk uit kan leggen.
Van slecht naar goed leiderschap
We starten de training inhoudelijk met wat goed en slecht leiderschap is. In subgroepen worden flappen volgeschreven met kenmerken. Vanuit de kenmerken van slecht leiderschap komen ze op wat goed leiderschap is: open voor feedback, wil altijd leren, luistert goed, heeft een brede blik, is duidelijk. Het is handig dat we die kenmerken op de flip-over vellen hebben staan. De rest van de week kan ik daarnaar verwijzen als de discussies soms hoog oplopen of als we het bijvoorbeeld hebben over feedback, luistervaardigheden en conflictmanagement.
Hoe motiveer ik mijn medewerkers?
De meeste deelnemers willen weten hoe je je medewerkers kunt motiveren, dus daarmee gaan we aan de slag. Een van hun grootste problemen is dat veel medewerkers alleen voor het geld werken. Zodra ze ergens een beter betaalde baan konden vinden, waren ze weg. Maar, en dat vonden ze misschien nog wel erger, zodra medewerkers een vast contract hebben, stoppen ze met werken. Worden ze lui. Nou ja, dat was hun interpretatie dan toch.
Ik bespreek met ze dat niet alle medewerkers hetzelfde nodig hebben. Dat je moet inschatten wat ze kunnen en wat ze willen (skill and will) om te bepalen wat je als leidinggevende doet om ze te motiveren. Een hele eyeopener voor ze. Ze begrijpen nu ook dat je niet zomaar moet delegeren, maar eerst moet toetsen of iemand de taak aankan en of die de taak ook wíl doen.
We zetten op een rijtje hoe je nu eigenlijk meet wat iemand kan en wat iemand wil. Dat levert praktische handvatten op, bijvoorbeeld dat het helpt om een goede taakomschrijving te hebben.
Feedbackformule
We eindigen de dag met een opstapje naar de volgende dag waarin we het gaan hebben over feedback. We doen een korte oefening met feedback en leren alvast de feedbackformule: WWW & EBI, oftewel What Went Well & Even Better If.
De volgende dag kunnen we gelijk aan de slag met het geven van feedback. We oefenen what went well op de presentaties die vanuit de subgroepen gegeven worden. De presentatoren glimmen van alle complimenten.
De zorg van veel deelnemers is hoe je medewerkers kunt vertellen dat ze het niet goed doen zonder dat die zich aangevallen voelen. Ik laat ze zien dat er een verschil is tussen de persoon en diens handelen. Feedback geef je op het handelen en niet op de persoon. Daardoor hoeft de persoon zich niet zo aangevallen te voelen. Na bespreking van de feedbackregels oefenen ze in rollenspellen. Het is de eerste keer dat ze een rollenspel doen. Ik doe het dus eerst voor met een van hen. Als extraatje voeg ik toe dat ik in mijn rol als leidinggevende de medewerker na laat denken over mogelijke oplossingen. Aan het eind van de demonstratie vat de medewerker nog eens samen wat ze gaat doen. Hierop volgt een enthousiast applaus van de groep.
Daarna wordt in groepjes hard geoefend. Een van de deelnemers zegt in de nabespreking dat het heel goed was om ook eens in de schoenen van de medewerker te staan. Dat beaamt de hele groep. Een ander meldt dat ze zich nooit gerealiseerd had dat het ook belangrijk is te zeggen wat goed gaat. Dat zijn toch mooie winstpunten.
Genderissues
Tijdens de nabespreking laait de discussie opeens hevig op. Kun je als man een vrouw apart nemen om feedback te geven? Maar wat als die man iets met de medewerkster wilde en zij hem heeft afgewezen, en ze nu onterecht negatieve feedback krijgt? Razendsnel belanden we in allerlei vooroordelen over mannen, vrouwen, verleidingstechnieken. Ik besluit het te stoppen. Dat kan gelukkig omdat we het hebben gehad over goed leiderschap. ”Hoe dan ook”, besluit ik, naar het flip-over vel wijzend, “een goede leider zal zich nooit laten leiden door zijn eigen vooroordelen, want hij is open minded. En jullie zijn goede leiders.”, voeg ik eraan toe. Discussie gesloten.
Politiek in Oeganda
Tijdens de lunchpauze word ik bijgepraat over de politiek. Vrolijk word ik er niet van. Corruptie en vriendjespolitiek zijn aan de orde van de dag. Voorzieningen worden eerder afgebroken dan opgebouwd. Zoals het ziekenhuis in Bugiri waaraan sinds de bouw in de jaren zestig niets meer is gedaan. De oppositiepartijen wordt het moeilijk gemaakt campagne te voeren. Ondanks de grote rijkdom aan grondstoffen is Oeganda nog steeds een arm land. Het verdiende kapitaal komt maar mondjesmaat ten goede aan de bevolking. Aldus mijn deelnemers.
Passie in de presentaties
Na de pauze gaan we verder met spreken in het openbaar. Alle deelnemers mogen een presentatie van ongeveer een minuut geven en krijgt complimenten en tips. Bijna iedereen heeft het over zijn eigen organisatie. Waarom die zo belangrijk is. Het is geweldig om de eerst zo verlegen deelnemers zo gepassioneerd over hun organisatie te zien praten. De complimenten en tips zijn to-the-point en worden dankbaar aangenomen.
Na de samenvattingen van wat ze de vorige dag geleerd hebben, is het tijd voor luistervaardigheden. Door middel van een hilarische oefening wordt het iedereen duidelijk dat goed luisteren niet zo makkelijk is. Het is wel een belangrijke vaardigheid voor een leider. We oefenen in vragen stellen en luisteren naar het antwoord. Wat levert het op om goed door te vragen? In rollenspellen oefenen ze verschillende situaties tussen leidinggevende en medewerker. Een deelnemers zegt: “Ik hoor nu pas echt het verhaal van mijn medewerker. Daarvóór had ik allemaal aannames in mijn hoofd, maar door goed vragen te stellen, begrijp ik nu veel beter wat mijn medewerker dwars zit.”
Chagrijnige groep
Na de lunch is het tijd voor conflictmanagement. Een hele overgang, na al het positieve geluister. We starten met een oefening waarin de deelnemers verschillende opdrachten krijgen die met elkaar in conflict zijn. Hoe zouden ze het oplossen? Na een tumultueus begin ontstaat een impasse. Iedereen heeft positie ingenomen, maar niemand heeft zijn opdracht gedaan. Wat nu? Drie mensen overleggen met elkaar. Proberen de rest in beweging te krijgen. Maar het mislukt. Na 15 minuten is de tijd om en is de groep chagrijnig.
We bespreken de verschillende manieren om met conflicten om te gaan. Ja, ze zien wel in dat ze vooral hun zin wilden hebben, of zich terugtrokken en het hele conflict vermeden. Maar hoe het nu echt anders had gekund? We zijn het erover eens dat je een conflict alleen goed op kunt lossen als alle partijen er een belang bij hebben.
Visie op de eigen organisatie
Na alle vaardigheden komt de vierde dag de visie op de eigen organisatie aan bod. In vier stappen formuleren de deelnemers waar ze vandaan komen, waar ze nu staan, waar ze naartoe willen, wat een goede weg is om daar te komen en wat de eerste concrete acties zijn. De verschillende subgroepen zijn heel geconcentreerd aan het werk. Na afloop heeft iedere deelnemer een plan voor de eigen organisatie. Behalve een deelneemster, die zit niet in de goede positie om de visie te bepalen. De overige deelnemers zijn opgetogen: dit hadden ze precies nodig. Ze weten nu wat de volgende stap voor hun organisatie is.
Je eigen invloed vergroten
Dag vijf werken we in de ochtend aan het oplossen van problemen. Hoe doe je dat? We bespreken eerst het verschil tussen je ergens zorgen over maken en ergens invloed op hebben. Goede leiders richten zich op het vergroten van hun invloed en het denken in oplossingen. We pakken twee van de onderwerpen aan die de deelnemers genoemd hebben om verder uit te werken en bedenken daar oplossingen voor. Aan het eind van de opdracht krijgen de twee deelnemers het flip-over vel met uitgewerkte oplossingen mee. De rest van de groep vindt het heel nuttig om aan de hand van een concreet onderwerp te oefenen met het bedenken en uitwerken van oplossingen.
Eregast
’s Middags is het tijd voor complimenten, evaluaties en het uitreiken van het certificaat. Als gast komt een hoge ambtenaar van de gemeente. Dat heeft Adams op het laatste moment geregeld, omdat de deelnemers het zonde vonden dat de gemeente niet eens wist van het bestaan van deze training. Nu dus wel. Na een voorstelronde en een speech kan ik vol trots de certificaten en oer-Hollandse kaart met persoonlijke boodschap uitreiken. De hand van de gast wordt geschud en hij wordt op de foto vastgelegd. Trots en tevreden gaan de deelnemers op weg. Sommigen naar huis, anderen naar het werk. Want dat gaat altijd door.
Alle beetjes helpen
Door in Bugiri te trainen, wordt glashelder hoe belangrijk het werk van mijn deelnemers is. Op weg naar mijn trainingslocatie rijd ik door de straten van Bugiri. Koeien, geiten, kippen en kinderen rennen over straat. Het vuil wordt ter plekke verbrand. Vuurtjes om te koken worden gestookt. Mannen en vrouwen sjouwen met balen. Hordes schoolkinderen lopen aan het eind van de dag door de straten. Me verbijsterd aankijkend. Een muzungu! (witte). Kleine kinderen zwaaien enthousiast. Ik zwaai terug.
Ik ben trots op mijn deelnemers, die zich inzetten voor een goede toekomst voor die kinderen en hun familie. Alle beetjes helpen.
Referenties
Wat is de aanpak van Libre Foundation
Bel ons met je vragen!
Heb je een vraag over Libre, de foundation of de opleidingen?
Neem gerust contact met ons op!
06 42137029