Verslag groep 54 Zambia en follow-up groep 39.1

Zambia

Mpongwe, Zambia

Trainingsdata: 15-19 september 2014 

Follow-up 39.1: 22-23 september 2014

Door Jeannette Baart

 

‘Hallelujah, praise the Lord, let’s pray together’…

Ik ben in Zambia. Ik zit in de propvolle bus van Lusaka naar Mpongwe, een plattelandsstadje in het noorden van het land. In deze plaats ga ik de training geven over leiderschap en communicatie voor de helden van kleine, lokale ngo’s en CBO’s. Ik heb het vreselijk warm en zit helemaal klem. Dan is een rit van ruim zes uur behoorlijk lang. De woorden die door de bus galmen zijn afkomstig van een predikant die in het middenpad van de bus staat. Hij getuigt zwetend van Gods woord en weet van geen ophouden. Zambia is een land waar ruim 80 procent van de bevolking christelijk is. En het land is er trots op: ‘We are Christians and we are very peaceful’.

Zambia

Zambia ligt in zuidelijk Afrika en is 24 keer zo groot als België. Het heeft 11,7 miljoen inwoners, de hoofdstad is Lusaka. Engels wordt algemeen gesproken, daarnaast is er een 70-tal Afrikaanse talen. Het gemiddeld inkomen is € 275,- per jaar (minder dan € 0,80/dag) en de gemiddelde levensverwachting 33 jaar. Er is een hoog sterftecijfer door aids, malaria en tuberculose. Hierdoor zijn er veel weeskinderen, die één of beide ouders verloren hebben.

Waar ben ik?

Gisteren ben ik er aangekomen, midden in de nacht landde ik in Lusaka, waar mijn stralende gastheer mij gelukkig stond op te wachten om ervoor te zorgen dat ik veilig in een bedje zou belanden. Deze Patrick Chabu is oprichter van DAFF: Direct Aid from Family to Family Society, en is onze Lokale Projectcoördinator voor de trainingen in Mpongwe.

De volgende dag gaan we naar Mpongwe, waar ik in het GCMF Guesthouse verblijf. De afkorting blijkt te staan voor ‘Give the Childeren of Mpongwe a Future’. Een organisatie met Nederlandse roots, die in dit gebied heel wat projecten op zijn naam heeft staan onder meer gericht op weeskinderen en onderwijs. Het Guesthouse genereert geld voor de projecten. Het is er fijn en het ligt vlak bij het Farmers Training Center waar ik de leiderschapstraining ga verzorgen.

Wat meteen opvalt is de vriendelijkheid van de mensen. Het begroetingsritueel gaat vaak als volgt: ‘Hello how are you?’ ‘I am fine. And how are you?’ ‘Yes, I’m fine too.’ ‘Thank you’. ‘Thank yóu’.

Een verhaal met een moraal

Ik heb me uitgebreid voorbereid en zie uit naar de trainingen. De 5-daagse begint op maandag en ik begeef mij over een stoffige zandweg naar de trainingsruimte. Het is een donker zaaltje, waar ik tot mijn grote vreugde een bord aantref voor de flipovervellen. Met wat touwtjes en dankzij mijn zakmes krijg ik hem helemaal functioneel. Er zitten al wat deelnemers in de ruimte. Ik begroet hen en weet inmiddels dat je dan een hand geeft, de vuisten tegen elkaars hand houdt en dan nog een keer een hand geeft. Ik stel mij voor en een klein uur wachten we tot er 11 deelnemers zijn in leeftijd variërend van 18 tot 77 jaar. Allen werken zij bij ngo’s, het merendeel werkt bij kleine landbouwcoöperaties.

We beginnen: eerst een gebed, een dagleider kiezen, het overzicht van het programma en ik heb voor elke dag een verhaal. Met een moraal. De deelnemers blijken er dol op te zijn. Vandaag gaat het over de krokodil en leert dat je je niet beter dan anderen moet voelen; daar komen alleen maar problemen van. Een klein bruggetje naar het thema voor vandaag: wat is een goede leider en wat zijn managers eigenlijk? De deelnemers zijn wat verlegen, maar lijken het allemaal razend interessant te vinden. Bij opdrachten vertrekken ze iedere keer wat aarzelend. Ik kan ze niet helemaal goed ‘lezen’, ze zijn vooral erg beleefd en coöperatief.

De lunch, klaar gemaakt door Aggie, de vrouw van gastheer Patrick, bestaat uit nshima (maismeel) met groente en vlees. Alles wordt met de hand gegeten en iedereen kneedt het flink, voordat het de mond ingaat. De eerste dag is wennen en voor iedereen vol nieuwe indrukken.

Belangrijk & urgent gaat voor

Op dag 2 komen er wat mensen te laat en de leider van vandaag bedenkt een straf, omdat hiermee een van de regels die op de eerste dag zijn afgesproken, overtreden wordt: ‘iedereen die te laat komt, moet evenveel tijd blijven staan als hij of zij te laat is gekomen’. Iedereen stemt in en hoewel het soms tot wat kort gemok leidt onder de laatkomers, accepteren ze de sanctie en blijven ze staan totdat ze het sein krijgen dat ze weer mogen gaan zitten. De volgende dagen gaan de laatkomers meteen staan, tot ze het sein groen krijgen van de dagleider.

Vandaag is het thema: ‘Ik als leider‘ waarbij onder meer waarden, keuzes en tijdsbesteding aan bod komen. De groep begint wat losser te komen en er ontstaat langzaam wat meer ontspanning en plezier. Ook reageren ze opener op mijn vragen en uitnodigingen.
Aan het eind van de dag komt een deelnemer naar mij toe om te zeggen dat hij de volgende dag een gedeelte van de training moet missen, omdat er mogelijke financiers van zijn ngo langs komen. Lachend vertelt hij dat hij de afweging heeft gemaakt op basis van hetgeen hij er vandaag over geleerd heeft: ‘Het is belangrijk én urgent en heeft dus voorrang’. Zo, die heeft het goed begrepen!

Een fraai voorbeeld van non-verbale communicatie

Wanneer de volgende dag het eerste onderwerp ‘communicatie’ aan bod komt, geeft de oudste deelnemer het volgende voorbeeld van non-verbale communicatie: ‘Vroeger – als er een begrafenis was of er werd een leeuw in de omgeving gesignaleerd, dan communiceerden we via de tamtam. Iedereen wist precies wat er aan hand was.’ Dat is nou non-verbale communicatie.
We doen veel oefeningen en als ze moeite hebben met het Engels en de oefening het toelaat, gebruiken ze gewoon hun eigen taal, hetgeen een aantal deelnemers veel prettiger vindt.

Als de temperatuur in het zaaltje tegen de middag weer flink oploopt, ondanks alle openstaande ramen (waardoor mijn papieren en flipover steeds alle kanten op willen), bedenk ik dat het tijd is voor een energizer. Wanneer ik vraag of iemand er een weet, meldt zich meteen een deelneemster. Ze neemt het initiatief en voor ik het weet staat de hele groep te klappen en te stampen. In een mum van tijd is iedereen weer klaarwakker en is het plezier weer volop aanwezig.

In de pauzes heb ik steeds persoonlijker gesprekjes met de deelnemers en ben ik soms getroffen door de kracht waarmee ze in het leven staan. Zoals de vrouw die al haar gezinsleden op één na aan aids heeft verloren, zelf is zij ook ziek. Ze is nu grootmoeder en noemt zich ‘gelukkiger dan ooit’.

Naarmate de training vordert, worden de oefeningen wat steviger. We praten over hoe je anderen kunt inspireren en doen vervolgens een rollenspel. In twee groepen geven de deelnemers een presentatie aan een fictieve fundraiser met als doel deze te bewegen aan hen een bedrag toe te kennen. De fundraiser wordt vertegenwoordigd door de oudste deelnemer, Patrick en mijzelf. Het is spannend voor de deelnemers omdat de oefening levensecht is. Een opmerking uit de nabespreking die me bij blijft: ‘een fout is alleen een fout als je hem twee keer maakt’.

Vrolijke afsluiting

Dag 5 is echt de kers op de taart: een dag met veel plezier, oefenen en vrolijkheid. We behandelen nog twee onderwerpen en oefenen indringend. Wanneer de training op zijn einde loopt, worden de deelnemers uitgenodigd de ‘complimenten-speeddate’ uit te voeren: ze ontmoeten elkaar in tweetallen en geven elkaar een vet compliment. Dat luidt een buitengewoon vrolijke afsluiting in. Na de evaluatie, de uitreiking van de certificaten en nog meer complimenten volgt een spetterend feest met veel uitbundigheid. Binnen de kortste keren zijn ook alle kinderen uit de buurt toegestroomd en staat iedereen te dansen.

En ik…ik constateer opgelucht dat we een goede training hebben afgerond, waarvan de deelnemers veel meenemen naar hun ngo’s. En waar het om begonnen was, ‘sharing knowledge’, is gelukt: want ook ik heb veel geleerd van deze mensen.

In de ‘bush’

De dag na de training vertrekken we in een afgeladen auto naar Luganka, in de ‘bush’, waar ik een follow-up van de vorige training in Zambia verzorg. De auto zit werkelijk propvol, onder meer met mijn bed (een matras), want de plek waar we heen gaan, daar staan alleen wat lege gebouwtjes. Geen stromend water, geen elektriciteit… dat vind ik toch wel even spannend. Waar kom ik in terecht?

De chauffeur jakkert over de stoffige weg, mensen springen verschrikt opzij. Langs de berm veel ‘bushfires’, overal dorpjes (verzameling hutten, meestal van één familie). De weg wordt slechter en smaller, bij de enorme termietenheuvels slaan we rechtsaf en ineens zijn we er: we staan midden in een bos, links en rechts stenen huisjes. In één ervan ga ik slapen, in een andere zal de training plaatsvinden. De huisjes vormen een Jeugdcentrum; jongeren zijn er echter nooit geweest. Ze zijn helemaal leeg: geen meubilair, geen gordijnen, nada, noppes. Mijn matras wordt op de grond gelegd (er wordt nog een heus bed aangesleept, maar de veren zijn dermate slecht dat ik de voorkeur geef aan een matras op de grond) en ik hang mijn klamboe op. Er wordt op een houtvuur gekookt en rond een uur of negen sta ik in het pikkedonker naar een schitterende sterrenhemel te staren. Het is vele malen donkerder dan in Nederland. Een beetje eng en tegelijk prachtig!

De follow-up

Maar de volgende ochtend is het niet meer eng. Ik word wakker in alweer zo’n prachtige Afrikaanse ochtend en zie dat ik inderdaad ‘in de jungle’ ben. Ik wacht uren enigszins hongerig totdat iedereen weer terug is. De dag vul ik met het ontdekken van de omgeving en met het voorbereiden van de follow-up en de ruimte waar deze plaatsvindt. Een winderiger plek had niet bedacht kunnen worden. Ik zeker de flipovers met touwtjes en wasknijpers, maar desondanks lijkt alles steeds de lucht in te willen gaan. Er worden stoelen aangesleept en er melden zich een dag te vroeg al twee deelnemers.

Op de werkelijke trainingsdag verschijnt de eerste deelnemer al om acht uur. ‘Good morning, how are you?’…et cetera et cetera. De deelnemers hebben een flink eind gefietst om hier te komen; één zelfs zes uur! Deze tweedaagse vult zich met mooie verhalen over de wijze waarop deze mensen hun leiderschap invullen. Het woord ‘community’ valt om de zin en ook hun geloof wordt herhaaldelijk genoemd als belangrijke inspiratiebron. Ook gaan we – op hun verzoek – in op enkele onderwerpen uit de 5-daagse training die ze verder willen uitdiepen. Ze kiezen voor conflictmanagement en problem solving. Ik maak een rollenspel op basis van hun eigen verhalen en het wordt dan ook herkend en als zeer leerzaam ervaren.

Ook in de bush kookt Aggie op het houtvuur heerlijk eten voor iedereen. In de korte pauzes wordt een heus kopje thee met melk en suiker gedronken. Zouden ze aan de Engelsen overgehouden hebben, vraag ik mij af.

Ook deze groep eindigt vrolijk met de complimenten speeddate. En zo komt een einde aan mijn eerste buitenlandtraining voor Libre.

Een mooie ervaring rijker

Ik heb nog drie dagen voordat ik weer naar huis ga: we racen terug naar Mpongwe waar de douche me ongelofelijk bevalt. Ook besteden we nog veel tijd aan geld halen en alles afhandelen en ik sluit af met een kort bezoekje aan een van de ngo’s.

Ik kijk terug op een erg waardevolle ervaring en heb van de deelnemers veel positieve geluiden gehoord. Tijd om weer naar huis te gaan, met lichte weemoed, want het was erg leuk om onder de Zambianen te zijn.

Wat is de aanpak van Libre Foundation

Lees meer over onze werkwijze.

Bel ons met je vragen!

Heb je een vraag over Libre, de foundation of de opleidingen?
Neem gerust contact met ons op!

 

telefoonnr Libre

06 42137029