Verslag groep 55 Kenia

Kenia

Kakamega, Kenia

Trainingsdata: 22-26 september 2014 

door Frank Oomkes

 

‘It’s our turn to eat’

Kenia is een democratische staat in Oost-Afrika, die sinds de onafhankelijkheid in 1963 verkiezingen kent. Daarmee wordt echter soms gesjoemeld, wat nu en dan tot bloedige protesten leidt. Voor wie hierover meer wil lezen, raad ik het fascinerende boek ‘It’s our turn to eat: The Story of a Kenyan Whistle-Blower’ van Michela Wrong aan. Dat biedt een uitstekende blik op de hedendaagse Keniaanse politiek.

Kenia is een mooi, vruchtbaar land met veel rivieren en slechte wegen. Iets welvarender dan Oeganda en Tanzania, deels dankzij de opzienbarende wildparken. De officiële talen zijn het Engels en Swahili. Daarnaast worden er, door de grote diversiteit aan etnische groepen, nog zo’n 60 andere talen gesproken.

Veel, heel veel regen….

Samen met mijn vrouw, die een trainersachtergrond heeft en mij de eerste week in Kenia zou assisteren, reisde ik van Nairobi naar de plaats waar de eerste training zou plaatsvinden: Kakamega.

Kakamega is een middelgrote provinciestad, waar alles wat je nodig hebt, te krijgen is. Er zijn restaurants, echter geen niet-Afrikaanse. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam. Dicht bij Kakamega ligt een van de weinige overgebleven stukken regenwoud, dat tot National Park is uitgeroepen. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat het er, toen wij er waren -middenin de regentijd- nog een stuk uitbundiger regende, zowel aan het eind van de middag als ’s nachts. We sliepen in een aardig hotelletje, het ‘Savona Isle Resort’, met zeer aardig en attent personeel dat iedere dag het zwarte water kwam opdweilen dat door het enigszins lekke rieten dak in onze badkamer was beland.

Het belang van ‘morning tea’

Onze Projectcoördinator ter plaatse, Cleophas Wabwile, een rustige en betrouwbare jongeman, had alles goed georganiseerd. De locatie waar de training plaatsvond, was het Youth Empowerment Centre in Kakamega, een heel geschikte plek voor de training. Ook de ‘morning tea’, door de deelnemers ‘breakfast’ genoemd, en de lunch waren in orde. Niet geheel onbelangrijk, omdat veel deelnemers zo te zien zonder ontbeten te hebben naar de training waren gekomen.

Leergierige deelnemers, en zelfs een ‘professor’

Er hadden zich 15 deelnemers opgegeven, waarvan er 14 daadwerkelijk kwamen; acht vrouwen en zes mannen. De meesten hadden meer onderwijs gevolgd dan alleen ‘elementary school’, sommigen zelfs HBO. We vonden hen snel van begrip en zeer leergierig. Wat ze niet kenden, pikten ze heel snel op; we hebben vooral geboeid gekeken naar de vrouwen, die zelfbewust en initiatiefrijk waren en zich niet door de mannen lieten overstemmen. En de oudst aanwezige man was zo goed geïnformeerd over managementzaken, dat hij al snel de bijnaam ‘professor’ kreeg.

Het was niet de eerste keer dat we in Kenia waren. Wat ons opnieuw opviel, was dat de deelnemers goed gekleed en heel verzorgd waren, ondanks hun vaak povere financiën. Er goed uitzien is belangrijk in Afrika: schone, nette kleren en glimmend gepoetste schoenen.

Van Ubuntu tot een vrolijk afscheidsfeestje

De inhoud van de training hebben we afgestemd op de leerwensen van de deelnemers. Natuurlijk startten we met het thema ‘Leiderschap en Ubuntu’. De deelnemers leken het op prijs te stellen dat we het thema ‘Ubuntu’ aanroerden en Afrikaanse voorbeelden van inspirerend leiderschap gaven. Verder kwamen aan de orde: feedback, aspecten van luisteren, open en gesloten vragen, het communicatiemodel, leiderschapsstijlen volgens Hersey & Blanchard, time management, conflicthantering, inspireren, motiveren, samenwerking, probleemoplossing in teams en instrueren. Leiderschapsstijlen pakten we later in het programma op dan in de training manual aangegeven stond, om de wat pittiger theorie beter te spreiden over het programma. Het onderwerp ‘inspireren’ kwam heel goed aan, ook al vond men het niet makkelijk, maar dat is met hoogopgeleide westerse deelnemers niet anders.

Omdat we aan het begin leerdoelen geïnventariseerd hadden, konden we gericht werken aan wat het meest hun belangstelling had. Aan coaching en het domains model kwamen we niet toe. Ik denk ook dat de gedachte achter het domains model meer verhelderend is voor ons, westerlingen, dan voor Afrikanen (in hoeverre wordt je tijd in beslag genomen door groepen waarbij je betrokken bent -familie, collega’s, donoren van de ngo, het dorp- en die een beroep op je doen). Coaching, hoewel natuurlijk van belang, lijkt erg ver verwijderd van de meer directieve Afrikaanse opvattingen over leiderschap. Een leider weet de dingen beter en behoudt zonder meer de leiding…

De trainingsstijl die in het programma aangehouden is, beviel goed: starten met een themagerichte warming-up, nabespreking daarvan met een stukje theorie en links naar de praktijk, en vaardigheidsoefeningen -vaak rollenspelen- die we altijd eerst plenair voordeden. Verder maakten we er een punt van oefeningen nooit te laten mislukken, door zo nodig tussentijds tips te geven of de groep om alternatieve oplossingen te vragen. En als ze er in de aangegeven tijd niet uitkwamen, dan rekten we die gewoon een beetje op, zonder hen dat te melden. Faliekant mislukken is maar zelden stimulerend. We hebben ook vaak gelachen; opnieuw leek het Afrikaanse gevoel voor humor veel op dat van ons.

Van belang was, dat we de uitreiking van de certificaten een officieel tintje gaven, door die voor elke deelnemer vergezeld te laten gaan door een persoonsgericht toespraakje. Informatie daarvoor verzamelden we gedurende de dagen. Een geschikt startpunt bij ieder toespraakje was vaak de omschrijving die iedereen aan het begin van zichzelf gegeven had: de drie kenmerkende woorden. De deelnemers maakten ook veel foto’s van deze happening. Het slotfeestje in een ruimte die we een beetje versierd hadden, met lekkere koekjes, chocola en goede frisdranken en met een klein cadeautje voor elke deelnemer, viel in goede aarde.

De vrouwen geven het goede voorbeeld

Het viel me vooral op dat al heel snel een ontspannen, veilige sfeer ontstond, en dat de stof goed bleek aan te komen. Ook hadden we weinig problemen met de verschillen tussen hun Engels en dat van ons. Wat me eerder in Kenia parten speelde – het beleefde, heel zachte praten van jongere deelnemers met een geringere staat van dienst – was nu totaal niet aan de orde. Zoals altijd bleken de meer actieve oefeningen bij de groep het beste aan te slaan. Bij een van de oefeningen, ‘Hindernissen’, lieten we vrouwen als subgroep het eerst aan bod komen. Dat gaf de mannen het voorbeeld hoezeer overleg van belang is, en was voor ons een aanleiding om de mannen wat te plagen: ‘Probeer het nou eens net zo goed te doen als de vrouwen’.

Het was een mooie, ook voor ons leerzame ervaring.

Wat is de aanpak van Libre Foundation

Lees meer over onze werkwijze.

Bel ons met je vragen!

Heb je een vraag over Libre, de foundation of de opleidingen?
Neem gerust contact met ons op!

 

telefoonnr Libre

06 42137029