Verslag groep 2 Kenia

Groep 2

Partner: Nabuur

Nairobi, Kenia

4 mei 2009 – 8 mei 2009

Door Erik Bos

Zo bereid je je als voorzitter van Libre Foundation maandenlang voor op de eerste Libre-training ooit…en zo zit je voor de tweede keer in drie maanden in een vliegtuig naar Afrika. Bestemming: Nairobi, Kenia. De hele opzet van dit project is zo snel gegaan. Er bleek voldoende ruimte in mijn agenda te zijn, want eigenlijk had ik deze dagen een projectaanvraag in Kameroen willen invullen. Die Kameroenezen hadden echter een karretje, waar ik niet voor gespannen wenste te worden. Via Nabuur bleek dat in Nairobi en omstreken vele concrete aanvragen waren voor leiderschapstraining. Ook bleek er een local beschikbaar voor de coördinatie inzake
deelnemers, trainingslocatie en de projectbezoeken vooraf. Dus stond niets meer in de weg voor Project 2.

Over Kenia
Ook Kenia is arm, net als Oeganda. Het zijn buurlanden in Oost-Afrika, maar Kenia is toch wel wat verder ontwikkeld. Vergeleken met Nairobi, is Kampala echt een groot dorp. Voor je beeldvorming: als Nairobi Amsterdam is, dan is Kampala ongeveer Ede. Oeganda wordt in de regio beschouwd als een sympathiek maar niet al te belangrijk achterland, terwijl Kenia graag de leider van de regio wil zijn. Op dit moment is die sympathie trouwens even weg, want Oeganda heeft een eilandje in het Victoriameer afgepakt van Kenia. Heerlijk continent blijft het toch.

In Nairobi praat iedereen goed Engels en goed Swahili. Daarnaast spreekt bijna iedereen wel één van de ruim 40 talen van even zo vele stammen. De bekendste stam is waarschijnlijk de Masai. In Kenia behoor je eerst tot je familie, dan tot je verlengde familie met alle neven en tantes, vervolgens tot je stam, daarna tot een kerkelijke stroming en tenslotte ben je ook nog een beetje Keniaan. Dat zorgde ook voor het geweld na de verkiezingen van 2007. De zittende, bejaarde president Kibaki van de Kikuyo stam, wilde niet accepteren dat hij verslagen was door de enorm populaire en charismatische Raila Odinga, een Luo. In de rellen na deze vervalste presidentsverkiezing kwamen 1500 mensen om, het merendeel door blinde woede, hakken en zagen in Rwanda-stijl. Ondertussen is de machete weer begraven, maar de pessimisten zeggen dat het tijdelijk is. Bij de volgende verkiezingen, waarbij alle verkiezingscampagnes zich ongetwijfeld nog heftiger richten op het zwart maken (figuurlijk dan, hè) van de andere stammen, gaat het nog bloediger worden.

De hoofdstad Nairobi is, net als Kampala, geen aanrader voor een citytrip. De straten zijn afgeladen. Alle doorgaande wegen staan vol met files, vooral weer met die eeuwige Toyota-busjes waarin alles het slecht doet behalve de stereo. De lucht is vol met smog. Nairobi doorkruisen tijdens de avondspits duurt ongeveer drie uur. Op de stoep staan en lopen veel, heel veel mensen. Vergelijk het maar met Koninginnedag in een grote Hollandse stad, maar dan nét buiten de allerdrukste straten: mensen staan, ze slenteren, ze lopen, ze verkopen, ze wachten…er zijn zoveel mensen en de overgrote meerderheid is totaal zonder haast. ’s Nachts is het tegenovergestelde waar: het is uitgestorven en zeker voor blanken is de stad op veel plekken onveilig. De bijnaam van de stad is niet voor niets Nairobbery.

Over wat Kenianen belangrijk vinden

De krant staat vol met twee dingen: Engels voetbal en nationale politieke schandalen. Om maar met de voor Kenianen belangrijkste te beginnen: voetbal. Die lui zijn maf. Iedereen is fan van Manchester, Arsenal, Liverpool of Chelsea en álle wedstrijden worden uitgezonden op een groot scherm. De bars en cafés zitten dan afgeladen vol. Men betaalt keurig de verplichte consumptie á € 0,35 en daar zit men dan, twee avonden en twee middagen per week. Heel veel mannen, een enkele vrouw en wat pubers…en iedereen met Fanta of appelsap met rietje. En dan opspringen en juichen bij elke hoekschop of schot dat zes meter naast ging. Ook als Arsenal al met 3-0 voorstaat tegen Sunderland of zo. Triest toppunt van voetbalgekte tijdens mijn bezoek was dat in hetzelfde stadsdeel als waar ik sliep, een Arsenal fan zich na de Champions League nederlaag tegen Manchester uit puur verdriet had opgehangen.

Nationale politiek dan maar. Een voorbeeld, zodat je een idee krijgt van de werkwijze in Kenia. Na die ‘klucht’ met 1500 slachtoffers is uiteindelijk Kibaki president gebleven en Odinga heeft de functie primeminister geaccepteerd. Protesteren en procederen heeft geen zin, want ook hij weet dat alle rechters van het hooggerechtshof toch neven en ooms van de president zijn. Of zoals Bikundo, mijn contactpersoon, mij vertelde: “Ach, dat was kansloos geweest, dan zou het net zo zijn gegaan als Bush heeft gedaan met Kerry…laten hertellen en dan alsnog winnen.” Sinds Kibaki en Odinga een coalitie vormen, bestrijden ze elkaar hartstochtelijk, in plaats van samen aan de opbouw van het land te werken. Eén van de meest recente ruzies ging over wie nou vanuit zijn functie de baas was van de allerhoogste ambtenaar: de president of de primeminister. En wat gebeurt er vervolgens…de voorzitter van de tweede kamer bepaalt dat zolang deze twee heren het niet eens zijn, hij tijdelijk het bewind over de departementen overneemt (echt waar!). Hij schijnt daarvoor ook nog de wettelijke macht te hebben: hij kan op deze manier in voorkomende gevallen een machtsvacuüm voorkomen. In plaats van deze optie vooral tijdelijk te gebruiken, probeert hij hard de baas te spelen en laat hij zíjn twee grote bazen lekker aanmodderen en bezwaar aantekenen tegen zijn beslissing.

Een politiek voorbeeld van de bijzondere functie van de stam waartoe je behoort: Barack Obama is half Keniaans en de mensen waren zo trots dat ‘hun’ Obama de president van de USA werd…. Maar elke Keniaan weet dat Obama in Kenia geen schijn van kans had gemaakt op het presidentschap: hij komt van een te kleine stam, dus daar wordt door bijna niemand op gestemd. Je blijft je stam trouw.

Ander mooi staaltje van Afrikaans beleid: een paar jaar geleden heeft de Keniaanse minister van onderwijs besloten dat basisonderwijs gratis moest zijn. Gevolg: de dag dat die wet inging, stonden twee miljoen extra basisschoolkinderen opeens op de stoep van hun scholen, omdat hun ouders ze eindelijk overdag gratis konden onderbrengen…. Nu zitten er vaak tussen de 100 en 150 kinderen in een klas. Er zijn dankzij de vrije toegang tot basisschoolonderwijs veel leerlingen bijgekomen die ‘wat ouder’ zijn dan gemiddeld en toch nog de kans pakken om te leren lezen en schrijven. De oudste van Kenia wordt door de media gevolgd, hij is 78 en zit nu in groep 7.

Gezien de titel van de paragraaf moet hier ook wat over godsdienst geschreven worden. Net als heel Afrika is ook dit land loyaal aan de kerk en godvrezend. Trainingen beginnen met een gebed, e-mails bevatten volop verwijzingen naar de almachtige en kerken zitten tjokvol. Zeggen dat je geen religie aanhangt is een beetje onhandig, tenminste als je complete verbijstering bij je gesprekspartner wil voorkomen. En zeggen dat je spiritueel bent, gelooft ‘dat er iets is’ of mediteert tot een hogere macht is daarbij absoluut niet toereikend.
Iedereen is óf Christen, óf Moslim. Meer smaken zijn er niet. Ik heb tijdens de training regelmatig dankbaar gebruik gemaakt van alle bijbelse kennis van mijn nogal christelijke basisschool, om punten tijdens de training te illustreren. Dat viel duidelijk in goede aarde.

De deelnemers
Er waren dit keer maar liefst zestien deelnemers. Twaalf van hen hebben een eigen project op Nabuur. Enkele voorbeelden van wat deze mensen doen: Steven heeft met een piepklein beginbudget jaren geleden inmiddels een school gebouwd in een sloppenwijk waar nog geen school stond. Pas sinds kort hebben ze de officiële erkenning als school, maar de kinderen kwamen al veel langer. Inmiddels zijn er acht stenen lokalen met behoorlijk wat meubilair. Elk ouderpaar dat dat kan, betaalt mee aan de salarissen van de leraren. Nu zijn school steeds professioneler wordt, wordt van Steven steeds meer leiderschapsgedrag verwacht, dus hij wilde vooral leren om over zijn verlegenheid heen te komen als hij voor grote groepen volwassenen staat.

Wasike is dominee, maar besteedt al zijn vrije tijd aan het door hem opgezette weeshuis. Tot voor twee jaar gelden stond dat in Nairobi. Maar toen tijdens het etnische geweld in 2007 er voortdurend aanslagen werden gepleegd op zijn vrijwilligers en kinderen van bepaalde ongewenste stammen (…), heeft hij afscheid genomen van Nairobi. Hij heeft de kinderen van de ‘juiste’ stam achter moeten laten en is met de rest vertrokken naar ‘hun land’. Het weeshuis staat nu een paar honderd kilometer verderop en draait erg goed. Wasike wilde vooral leren hoe hij een projectaanvraag moet schrijven…er waren er al zoveel afgekeurd….

Bramuel weet met zijn wijk-ziekenhuis in een stadsdeel van Nairobi wél af en toe een sponsor te vinden. Dat is dan vaak voor een investering in nieuwe apparatuur. De operationele kosten voor de inmiddels vier doktoren, de medicijnen, de huur van een gebouw met 25 kamers en het overige personeel weten ze zelf bij elkaar te krijgen. Naast de vergoedingen vanuit het ziekenfonds en de eigen bijdragen van patiënten, komt een deel van het geld van…het bestuur! Wil je in het ziekenhuisbestuur, dan draag je maandelijks daaraan bij vanuit je salaris dat je elders verdient. Bramuel doet dat vanuit zijn safari company. Zo kan het ook.

Het stoerste project in mijn ogen is die van Nahashon. Zijn organisatie brengt traditionele geneeswijzen uit de rurale gebieden in kaart. Terwijl ze een dorp interviewen en dus slimmer worden, trainen ze dat dorp in wat ze al weten uit enerzijds de moderne geneeskunde en anderzijds wat ze geleerd hebben in de dorpen die al aan de beurt zijn geweest. Alles vanuit het besef, dat met de komst van westerse medicijnen er veel kennis uit en over de natuur verloren kan gaan. Het project ligt regelmatig een tijd stil, vanwege geldgebrek of omdat de betrokkenen zelf ook voor een inkomen voor zichzelf moeten zorgen. Ook Nahashon wilde in eerste instantie
vooral leren hoe hij een voorstel moet schrijven en hoe hij dit overtuigend kan toelichten.

Drie deelnemers waren afkomstig van een religieus getinte sportorganisatie, die dankzij sport een uitweg biedt voor met name straatkinderen. In ‘ruil’ voor maar liefst drie afgevaardigden, mocht Libre Foundation gratis hun ruimte gebruiken. De deelnemers waren jong, het groepsgemiddelde schat ik op 28. Maar dankzij de gebruikelijke ellende van Afrika (ze hebben bijvoorbeeld anderhalf miljoen volwassenen met HIV/AIDS) is het hele land nogal jong….

Bikundo, de nieuwe aanwinst
De afspraak over de trainingsruimte was mooi bijtijds geregeld door Bikundo Onyari. Hij is pas 31, maar al jarenlang actief in vrijwilligerswerk en professioneel gemeenschapswerk. Hij heeft ook veel andere vrijwilligers begeleid en is een kei in netwerken. Hij is op trainingen in Nederland en Mexico geweest, staat via Facebook met mensen uit de hele wereld in contact en heeft gewerkt voor de VN. Hij kent Nairobi op zijn duimpje. Sinds een jaar biedt hij zijn diensten aan als zelfstandig trainer en coach in het bedrijfsleven en bij sociale organisaties. Hoewel zijn inkomen enorm fluctueert, kan hij er van rondkomen. Hij heeft me meegenomen in de eerste dagen naar allerlei projecten, stelde zinvolle en kritische vragen aan alle aanstaande deelnemers die we ontmoetten. Hij was actief in het geven van achtergrondinformatie over de stad, de denkwijze, trainen in Kenia en waar ik naar kan kijken bij een project. Ik kon ook in zijn huis verblijven: elke avond veranderde de woonkamer van 3 bij 3 in mijn slaapkamer, elke ochtend kon ik met een emmertje me in zijn huis ‘douchen’.
Stuk beter dan een saai hotel natuurlijk, veel verhalen uitgewisseld!

Bikundo is een slimmerik, communicatief vaardig en kan zich bijzonder goed verplaatsen in onze cultuur. Ik heb hem dan ook gevraagd of hij als (co-)trainer zou willen werken voor Libre Foundation en dat wil hij: we hebben er dus weer een professionele vrijwilliger bij!
Mijn favoriete uitspraak van Bikundo, toen we een keer door de stad liepen, ik voorop en hij vijf meter erachteraan: “Hé Erik…, merk je dat ik langzamer loop…en meer zie?”

Dag 1: Shy guys and Show-offs
Op zich was er niks mis met de eerste trainingsdag. Het begon zelfs maar één uur te laat, een hele vooruitgang in vergelijking met de training in Oeganda. We hebben ook behoorlijk wat oefeningen gedaan en men was best meewerkend. Toch stond deze dag in geen verhouding met de overige dagen. De deelnemers die gereisd hadden (de niet-Nairobianen), moesten duidelijk wennen aan de nieuwe setting en waren enigszins schuchter en afwachtend. Ze wisten niet precies wat ze moesten verwachten van de training, de trainer en al helemaal niet van die lui uit de grote stad. De mensen uit Nairobi waren, op een enkele uitzondering na, juist bijzonder relaxed en straalden vooral uit dat ze ‘thuis’ waren, dat dit makkelijk was en dat ze hier eigenlijk niet eens naar toe hoefden. Maar ja, Nabuur was ook goed voor hun, dus was het net zo beleefd om hier aanwezig te zijn…. Zo’n houding ongeveer. Ook bij degenen die tijdens een projectbezoek hadden aangegeven erg uit te kijken naar de training. Ook in Kenia geldt blijkbaar nog vaak: it’s all about image.

De groei
In beide groepen heeft iemand een lans gebroken voor de anderen. Phyllis, een dappere dame die in haar dorp een vrouwengroep leidt, had moeite met een oefening met spreken in het openbaar. Na een time-out met feedback vanuit de groep, probeerde ze het opnieuw. Tevergeefs: weer geen enkel contact met haar publiek. Weer een time-out, op mijn verzoek. Weer proberen, een echte worsteling. Als ze niet zo zwart was, zou ze zeker rood zijn geworden. Toen zei ze bij de derde poging, die op zich wel wat beter ging, opeens: I can do better than this, can I start over once more? Uiteraard is dat moment bij de lurven gepakt en onmiddellijk uitvergroot, door haar te vragen naar haar innerlijke proces. Ze deelde met ons waar haar kracht en wil om het beste uit zichzelf te halen vandaan kwam, en dat dat belangrijker was dan of het er stuntelig uitzag. Phyllis liet zien dat je over je angst heen kunt stappen.

Robert werkt in de grootste sloppenwijk van Nairobi, Kibera. Voor de duidelijkheid: dan praten we over een miljoen mensen met huizen van iron sheets, zonder riolering, asfalt of straatverlichting. Hij is de tweede man, bij de grootste maatschappelijke organisatie van die ‘wijk’. Ze hebben voetbalelftallen, straattheater, kinderspellen en vrouwenpraatgroepen over HIV. Ook hij krijgt geen salaris en ook zijn project bestaat praktisch zonder steun van buitenaf. In het begin van de training was deze 25-jarige vooral bezig met stoer zijn, door zo goed mogelijk zijn horloge en gsm te laten zien en vooral relaxed in zijn stoel te zitten. Totdat ik één keer feedback gaf over namaak-leiderschap en verliefdheid op het pluche. Hij had maar één indirecte hint nodig. Hij koos voor zelfreflectie, besloot dat wat hij aan het doen was niet overeenkwam met hoe hij wilde zijn en koos wat anders. Ik zag het al aan hoe hij rechtop ging zitten en inderdaad, bij de eerstvolgende oefening bood hij zich aan als vrijwilliger. Hij spoorde anderen daarna op een sympathieke manier aan hetzelfde te doen en was één van de eersten die bruikbare feedback gaf aan anderen. Robert liet zien dat je elk moment wat anders kunt kiezen.

Door het gedrag van Phyllis en Robert begon de groep al snel mee te doen en iedereen begon op zijn of haar eigen manier risico’s te nemen. En vanaf toen, aan het einde van dag 1, was de beer los en was er dezelfde energie als in Oeganda.

De oefeningen

Nog veel meer dan in Oeganda en gigantisch veel meer dan in Nederland, heb ik het aangedurfd om los te laten. Vaak begon een hoofdonderwerp met een inleidende oefening en een kort stukje uitleg of juist de conclusie. In de vele groepsoefeningen, rollenspellen, intervisie en coaching die daar dan telkens op volgden, heb ik me regelmatig kunnen terugtrekken. Het paard weet de weg.

Vanuit zichzelf willen deze mensen zó graag een stap verder komen, dat ze elke oefening aangrijpen als een kans. Het is merkbaar dat feedback van kort daarvoor, ook al was die van een andere deelnemer aan een derde persoon, actief wordt geoefend en wordt herhaald in subgroepen. Er waren bijzonder weinig ezels, die zich twee keer stootten.

Op een gegeven moment, na bijna een uur lang oefenen in subgroepen in het onderwerp mediation bij ruziënde projectleden, heb ik de volgende opdracht gegeven:
1) noteer je belangrijkste leerpunten;
2) deel dit met iemand die niet in je subgroep zat en gebruik LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen);
3) zoek een ander duo en herhaal dit;
4) zoek een ander kwartet en kom tot de belangrijkste drie punten. Als je het niet eens bent: hanteer wat je
nu kunt inzake conflicthantering;
5) vind het andere achttal. Laat één iemand per achttal presenteren, maak gebruik van de geoefende
presentatievaardigheden. Kom dan tot een groepsstandpunt.
6) Presenteer dit zo meteen aan de trainer, inclusief de sterkste punten uit jullie onderlinge samenwerking.

Vanaf dat moment was het drie kwartier (zoveel tijd kregen ze) genieten: iedereen was scherp en aanwezig, toegewijd om de klus te klaren (binnen de tijd!) met interesse in en respect voor de opinie van de ander. Ik kon gewoon toekijken, zonder ook maar één enkele interventie. En dit was pas op dag 3.

Het effect
Vanaf de vierde dag was het effect van de training helemaal duidelijk. In Oeganda had ik uit de feedback geleerd dat men wel iets meer herhaling wenste, dus kwamen sommige soorten rollenspellen (over goede afspraken, over motivatie, over coachen, over conflicten) nog een keer terug. Ook daarbij bleek telkens dat ik de subgroepen los kon laten: men oefent actief, zoekt de moeilijkste praktijksituaties op en laat feedback ‘binnenkomen’. En goed, de eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dan heb ik het over dertien van de zestien deelnemers. Er was één deelnemer die wat moeite had met het niveau en twee die net wat vaker dan goed voor hun was hun beurt doorschoven naar de volgende. Maar toch: de leergierigheid en de bereidheid om open te staan voor nieuwe manieren, was net als in Oeganda gigantisch. Smullen voor een trainer, genot om mee te maken.

Aan het einde van de training, toen we oefeningen deden ter voorbereiding op de daadwerkelijke toepassing, bleek opnieuw dat men concrete plannen had, inclusief timing, namen van betrokkenen en gevisualiseerde uitkomsten. In veel gevallen kon ik bezwaren opwerpen wat ik wilde (jouw organisatie gaat dit niet leuk vinden, jij bent te jong om dit echt op te gaan pakken, jij durft dit niet, je bent dit over twee weken toch weer vergeten, et cetera), maar er kwamen telkens uitgebalanceerde, glimlachende en congruente antwoorden tevoorschijn.

Omdat ik merkte dat ik bij de training in Oeganda het netwerken en in contact blijven wat onderbelicht had gelaten, ga ik nu wel meten wat ze met de training zijn gaan doen. Uiterlijk in de eerste week van juni krijg ik per persoon een overzicht van hun acties en nieuw gedrag, in juli beschrijven ze de effecten in hun organisatie. Die deelnemersinformatie wordt toegevoegd aan de website.

Conclusie Project 2: Nairobi
Ook dit was weer een geweldige ervaring. Grote groep voor mijn doen, met een afwachtende starthouding. Toch was het opnieuw verbazingwekkend, hoe rap mensen zich een nieuwe vaardigheid kunnen aanleren, als je open staat voor een nieuwe manier. De groep ging weer als een speer. Dit is dankbaar werk. Ik voel dat we – en dan bedoel ik echt alle mensen die ook maar één gedachte, woord of actie hebben bijgedragen aan Libre Foundation – bezig zijn met dat wat telt.

Wat is de aanpak van Libre Foundation

Lees meer over onze werkwijze.

Bel ons met je vragen!

Heb je een vraag over Libre, de foundation of de opleidingen?
Neem gerust contact met ons op!

 

telefoonnr Libre

06 42137029